Verzamel zoveel mogelijk punten, door je eigen stukken veilig op het bord te zetten en je tegenstander op fouten te betrappen.
Nodig
Per 2 kinderen: 1 bord en een set schaakstukken.
Duur (instructie, opzetten, spelen en opruimen)
15 minuten.
Thema’s
Veilig, Slaan, Aanvallen, Activiteit, Waarde van de stukken, Bordvisie
Niveau
Beginners, Licht gevorderd
Leeftijd
5-12
Hoort bij les
WB1: les 5, 7, P2, 8, 9, P3
Beschrijving
Begin met een leeg bord. De spelers kiezen een kleur en zetten D, K T, T, L, L, P, P naast het bord. Als het goed gaat kun je ook de pionnen toevoegen.
De spelers zetten om de beurt een stuk op het bord in de aangegeven volgorde. Wit begint met de Dame. Daarna zet zwart een Dame op het bord. Dan wit een Toren, etc, totdat alle stukken op het bord staan.
Je speelt dus niet met de stukken die op het bord staan. Het enige wat je doet is elke zet een nieuw stuk op het bord zetten.
Bij het inplaatsen gelden 4 regels:
- Een stuk dat je op het bord zet, moet veilig ingeplaatst worden. De tegenstander mag het niet kunnen slaan, direct na het inplaatsen. Dat een stuk gedekt staat maakt niet uit. Als het kan worden geslagen heb je het stuk op een verkeerd veld gezet.
- Je mag zelf ook niet een stuk van de tegenstander kunnen slaan.
- De Lopers moeten op een wit en een zwart veld worden gezet.
- De pionnen mogen alleen op rijen 2 t/m 7 worden gezet.
Punten verdienen
Maakt je tegenstander een fout bij het inplaatsen, dan moet je dat direct zeggen. Heb je gelijk dan krijg je een punt en moet de tegenstander zijn zet terugnemen en het opnieuw proberen.
Zie je de fout niet, dan blijft het stuk daar staan. Je kunt dan niet een zet later alsnog claimen. Je moet dus direct claimen.
Je verdient ook een punt als de tegenstander geen geldige zet kan doen. De tegenstander slaat dan zijn beurt over en jij bent aan zet.
Einde van het spel
Als alle stukken op het bord staan, of beide spelers kunnen geen geldige zet meer doen, is het spel afgelopen.
Wie de meeste punten heeft verdient, wint.
Variant voor het oefenen met de waarde (sterkte) van de stukken en activiteit
Extra regel: De kinderen mogen nu zelf bepalen in welke volgorde ze de stukken op het bord zetten.
Als je Dame midden op het bord zet is de Dame veel actiever en staat de Dame dus veel beter dan aan de rand. Met de Dame midden op het bord maak je het de tegenstander dus veel lastiger om veilige velden te vinden. Dit geldt voor alle stukken, uitgezonderd de Toren.
Zorg ook dat de eigen stukken elkaar niet in de weg staan. Ze moeten samenwerken = samen zoveel mogelijk velden afpakken.
Je zult zien dat de eerste paar keer dat kinderen dit spelletje spelen, ze heel voorzichtig zijn met het inplaatsen. Ze zullen de eigen stukken dicht bij elkaar zetten (lekker veilig, want dan dekken ze elkaar). Soms zelfs in de beginstelling. Na enkele spelletjes kun je kinderen vragen, wat zij denken dat de beste velden zijn voor de stukken.
Suggesties
Als het goed gaat kun je ook de pionnen toevoegen.
Geef de kinderen de vrijheid om bij het inplaatsen zelf de volgorden van de stukken te bepalen. Deze variant oefent de waarde (sterkte) van de stukken en activiteit.