Spel 048 – Praatschaak

De kinderen proberen van de trainer te winnen bij een simultaan. De trainer denkt hardop, stelt voortdurend vragen en geeft feedback op de zetten.

Nodig
Per kind: 1 schaakbord, 1 set schaakstukken.

Duur (instructie, opzetten, spelen en opruimen)
25-30 minuten.

Thema’s
Alle thema’s.

Niveau
Alle niveaus.

Leeftijd
Alle leeftijden.

Hoort bij les
WB1, les P3
WB1, les P4
WB2, les P1
WB2, les P2
WB2, les P3
WB2, les P4
WB2, les P5

Beschrijving
De trainer speelt simultaan tegen maximaal 6 kinderen, 4 is nog beter. Heb je meer kinderen, probeer dan een (hulp)trainer te regelen.

Geef de kinderen eventueel een extra opdracht. Bijvoorbeeld het spelen van een andere openingszet dan ze normaal doen.

De trainer denkt hardop over zijn eigen zetten en stel voortdurend vragen over de zetten van de kinderen. De trainer moet eigenlijk steeds aan het woord zijn.

Toelichting
Tijdens een training leert het kind het meeste in zijn/haar directe interactie met de trainer. Meer dan wanneer hij/zij werkt in een werkboek of tijdens spelletjes. En die interactie met de trainer is weer het meest effectief als het betrekking heeft op iets wat het kind op dat moment doet. Bijvoorbeeld een zet in een spel of partij.

Met dit spel proberen we die directe interactie maximaal te stimuleren doordat de trainer voortdurend feedback geeft.

Zorg dat je feedback aansluit bij de kennis van het kind en de inhoud van de recente trainingen. Natuurlijk moet je feedback geven op het niveau (denk-, schaak-, taal-) van het kind. Maar zorg ook dat je refereert aan de kennis die ze in trainingen hebben opgedaan. Heeft het kind een ongedekt stuk niet gezien? Refereer aan de schaakhavik. Geeft het kind een stuk weg? Zorg dat je het woord veilig gebruikt. Hierdoor wordt het voor het kind eenvoudiger om de feedback een plek te geven en verdiep je al aanwezige kennis.

Mocht een bepaald aspect in partijen van meerdere kinderen terugkomen, schroom dan niet om dat aspect voor de hele groep op het demobord toe te lichten