Spel 063 – Waar zet jij je stukken?

Zet je stukken zo goed mogelijk neer, voordat je een echte partij gaat spelen.

Nodig
Per 2 kinderen: 1 bord en 1 set schaakstukken

Duur (instructie, opzetten, spelen en opruimen)
15-20 minuten.

Thema’s
Gouden Regels, Activiteit, Veilige Koning, Centrum

Niveau
Licht gevorderd, Gevorderd.

Leeftijd
7-80 jaar.

Hoort bij les
WB2, lessen 5, 6, 7, 8, P3, P4, P5

Beschrijving
De kinderen spelen een gewone schaakpartij, met als doel om de tegenstander schaakmat te zetten.

Maar het begin is totaal anders. De partij begint met een leeg bord met de stukken ernaast. De kinderen zetten de eerste 16 zetten om de beurt een stuk op het bord. Na 16 zetten staan alle stukken op het bord. Ze mogen zelf kiezen op welk leeg veld een stuk komt te staan, met 4 uitzonderingen:

  • pionnen mogen niet op de eerste of laatste rij worden gezet;
  • de Koning mag niet schaak staan als je die op het bord zet;
  • je mag door het inzetten van een stuk de Koning van de tegenstander niet schaak zetten;
  • de Lopers moeten op een wit en een zwart veld staan.

Als alle stukken op het bord staan, dan mag wit beginnen.

Varianties op de spelregels

  • Om het spel iets eenvoudiger te maken, kun je het aantal stukken beperken. Begin bijvoorbeeld met KDTLP en 4 pionnen.
  • Het inplaatsen begint met de Koning. Daarna mogen de kinderen elke beurt kiezen: of een stuk inplaatsen of een zet doen.
  • Je zet de stukken van de tegenstander op het bord. Dat doe je natuurlijk zo slecht mogelijk :).

Dit spel oefent verschillende thema’s

  • De spelers moeten goed nadenken over de beste positie van de eigen Koning = Gouden Regel 4 (Werkboek 2, lessen 5, 7 en 8). Zetten ze de Koning veilig aan de rand, verdedigd door pionnen en enkele stukken, of wordt de Koning midden op het bord gezet in het centrum van de strijd?
  • De spelers moeten bedenken waar stukken sterk (actief) staan = Gouden Regels 1, 2 en 3 (Werkboek 2, lessen 6, 7 en 8). Stukken en pionnen staan goed in het centrum of dicht bij de Koning van de tegenstander (in de aanval), in plaats van in de beginstelling. Pionnen staan ook graag dicht bij de overkant (snelle promotie) of ze verdedigen de eigen Koning.
  • Misschien kunnen ze een stuk zo inzetten dat wanneer ze aan zet zijn er meteen een trucje mogelijk is. Bijvoorbeeld het slaan van een stuk van hogere waarde, een tweevoudige aanval, een dubbele aanval of zelfs schaakmat.

Ook Spel 45 – Strategoschaak oefent deze thema’s.

Credits
Dit spel staat met de naam Scheppingen in het boek Schaakvarianten; 50 varianten op het schaakspel van Andrey Caljé.

Raindropchess (trademark van 468Innovation) is een iets afwijkende, commerciële variant van dit spel. Bij Regendruppelschaak trekken de kinderen elke beurt een kaartje waarop staat welk stuk ze moeten inplaatsen.