De stukken hebben honger. Ze hebben zin in snoepjes. Wie met zijn stuk(ken) als eerste alle snoepjes van zijn eigen kleur opeet (slaat), wint.
Nodig
Per 2 kinderen 1 bord, set schaakstukken, fiches in 2 kleuren (6 tot 8 per kleur)
Duur (instructie, opzetten, spelen en opruimen)
10-15 minuten
Thema’s
Loop van T, L, D, P, K; Slaan; Veilig
Niveau
Beginner
Leeftijd
5-8
Hoort bij les
WB1: les 1, 2, P1, 5
Beschrijving
Zet een stelling op het bord met de stukken waarmee je wilt oefenen in de beginstelling. Leg fiches in 2 kleuren op de aangegeven velden. Het maakt niet zoveel uit waar de fiches liggen. Zorg er in ieder geval voor dat fiches zowel op witte als op zwarte velden liggen.
De stukken hebben honger. Ze hebben zin in snoepjes. Wie met zijn stuk)ken als eerste alle snoepjes van zijn eigen kleur opeet (slaat), wint.
Spelregels
- Wit begint. Je doet om de beurt een zet.
- Wit moet de groene fiches slaan, zwart de blauwe fiches.
- Je kunt de Toren (recht) en de Loper (schuin) gebruiken.
- Je mag niet over fiches springen. Laat zien dat Ta1xa8 dus niet mag.
- De stukken mogen elkaar niet slaan.
Suggesties
Als kinderen dit goed beheersen (of het is te makkelijk voor ze), kun je het spel iets moeilijker maken. Je mag elkaar dan wel slaan (oefening van ´veilig´, zie les 4).
Je kunt dit spel spelen met combinaties van verschillende stukken. Zie ook:
- Spel 11: de snoepende Dames
- Spel 12: worteltjes eten met de Paarden
Met pionnen kan het ook; na promotie kunnen ze alsnog alle snoepjes opeten.