Spel 050 – Wie heeft de snelste Koning?

Bereik als eerste met je Koning de overkant. Maar pas op voor de hindernissen.

Nodig
Per kind: 1 schaakbord, 1 set schaakstukken.

Duur (instructie, opzetten, spelen en opruimen)
10-15 minuten.

Thema’s
Loop van de stukken: Koning, alle andere stukken, veilig, schaak, aanvallen, gedekt.

Niveau
Beginner.

Leeftijd
6-9 jaar.

Hoort bij les
WB1, les 2
WB1, les 3
WB1, les P1
WB1, les 4
WB1, les 5
WB1, les 7
WB1, les P2

Beschrijving
Zet een van onderstaande stellingen op. Het doel is om als eerste met de Koning de overkant te bereiken. Dat mag alleen via veilig zetten. Als de tegenstander zijn Koning onveilig zet, dan mag je de Koning slaan en heb je gewonnen. 

 

 

 

 

 

 

 

De andere stukken (de hindernissen) spelen niet mee, maar hinderen de Koning wel in zijn mars naar de overkant. Ze mogen de Koning slaan als die op een onveilig veld gaat staan. De Koning mag de hindernissen niet slaan.

Spelvariant
Zet naast beide Koningen ook enkele pionnen van beide kleuren op het bord. De Koningen moeten eerst de pionnen van de andere kleur slaan, voordat ze naar de overkant lopen.