Gebruik de stukken die je slaat om de beginstelling op te zetten. Het team dat als eerste de beginstelling compleet heeft, wint.
Nodig
Per 2 kinderen: 1 schaakbord, 1 set schaakstukken.
Duur (instructie, opzetten, spelen en opruimen)
10-15 minuten.
Thema’s
Loop van de stukken, beginstelling, slaan, veilig, gedekt.
Niveau
Beginner.
Leeftijd
6-8 jaar.
Hoort bij les
WB1, lessen 3, P1, 4, 5, 6, P2.
Beschrijving
Verdeel de kinderen in teams van 3-4 kinderen. De teams spelen tegen elkaar; elk kind schaakt individueel tegen een kind van het andere team. Alle kinderen van een team spelen met dezelfde kleur.
In het midden (tussen de kinderen) staat een leeg schaakbord.
De kinderen spelen een gewone partij, waarbij ze de Koning mogen slaan (schaakmat beheersen ze nog niet). Gebruik eventueel deze versimpelde beginstelling, zodat het spel iets overzichtelijker wordt.
Stukken die ze slaan zetten ze op het lege schaakbord. Het team dat als eerste alle stukken van zijn kleur correct in de beginstelling op het bord heeft staan, wint. (We verzamelen de echte beginstelling, niet de versimpelde beginstelling waarmee ze de partij zijn begonnen.)
De kinderen mogen met elkaar overleggen. Zo kunnen ze samen bekijken welke stukken ze nog nodig hebben of welke stukken de tegenstander vooral niet mag slaan.