Spel 008 – Mat en pat – uitspeelstellingen

Oefenen met mat zetten in de praktische partij. Natuurlijk moet je zorgen dat je niet pat zet.

Nodig
Per 2 kinderen: 1 schaakbord en 1 set schaakstukken.

Duur (instructie, opzetten, spelen en opruimen)
15-25 minuten. Besteed minstens 2 trainingen aan de uitspeelstellingen.

Thema’s
Mat, Pat, Kleine plannetjes

Niveau
Beginners, Licht gevorderd

Leeftijd
5-8

Hoort bij les
WB1: les 17, P4
WB2: les P1, 1

Beschrijving
Laat de kinderen enkele van de stellingen uitspelen; tegen elkaar of tegen de trainer (simultaan). De witspeler moet in elke stelling zwart mat zetten. Pat ligt voortdurend op de loer. Opletten dus!

De opgaven worden steeds moeilijker. Pas als je een stelling hebt gewonnen, mag je door naar de volgende stelling.

Je kunt er ook een toernooitje van maken. Laat de kinderen een stelling steeds 2 keer – met beide kleuren – tegen elkaar spelen.

De stellingen staan ook in Werkboek 1, opdracht P4.2. De trainer kan daar de voortgang bijhouden.

Stelling 1

Stelling 2

Stelling 3

Stelling 4

Stelling 5