De meeste opgaven hebben de vorm van een schaakstelling.
We gebruiken kleine diagrammen (5×5 velden) om de kern van een onderwerp te oefenen. In kleine diagrammen speelt bordvisie minder een rol en verstoort daardoor minder het toetsen van die kern. Ook kunnen we door de kleine diagrammen meer opgaven aanbieden.
We gebruiken normale diagrammen (8×8) in herhalingsoefeningen met meer stukken en realistische schaakstellingen. Naast de specifieke kennis van een onderwerp, oefenen de grotere diagrammen ook de toepassing ervan in een partijstelling.