De uitgeschreven lessen bieden een compleet programma voor een les. Maar we dagen elke trainer uit om eigen accenten te leggen en eigen opgaven en schaakspelletjes aan de kinderen aan te bieden.
Herken je dit?
- Ik heb weinig ervaring met het geven van schaaklessen.
- Ik heb weinig tijd om lessen voor te bereiden.
- Eigen oefeningen maken is voor mij een stap te ver.
Voor jou bieden de uitgeschreven lessen en het werkboek een volledig programma. Je kunt er direct mee aan de slag.
Heb je meer ervaring en tijd, dan kun je de lessen gebruiken als een indicatief programma. Elke trainingsgroep is anders. En elk kind vraagt specifieke aandacht. Jij bent de enige die precies weet wat jouw groep nodig heeft. Je past jouw trainingen daarom voortdurend aan op de wensen van de groep en de individuele kinderen. Waar kun je aan denken:
- Bij hele jonge kinderen moet je misschien vertragen.
- Bij oudere of talentvolle kinderen kun je versnellen; misschien 2 lessen in een keer geven of een P-les overslaan.
- Sommige kinderen vinden het werkboek saai: doe dan meer spelletjes. Andere kinderen vinden het werkboek geweldig. Laat ze dan vooral veel oefenen met opdrachten voor thuis.
- Heb je een uitblinker? Biedt hem/haar uitdagende oefeningen aan of vraag of hij/zij wil meehelpen bij het uitleggen.
- Kan een kind het tempo niet aan? Geef hem/haar extra aandacht tijdens de P-lessen en herhaal 1 op 1 eerdere lessen.
- Heeft het merendeel van de groep moeite gehad met de opdrachten voor thuis, pas dan het programma van vandaag aan. (Dat doe je dus heel ad hoc. Je weet pas in de les dat de opdrachten niet goed zijn gemaakt.) Probeer er achter te komen waarom de opdrachten te lastig waren. Herhaal eventueel de instructie (met andere voorbeelden) en ga extra oefenen.
- Begint morgen de vakantie en zijn de kinderen niet meer bezig met ‘leren’. Organiseer dan een toernooitje met schaakspelletjes.